Eerst eventjes afmaken van waar we waren gebleven, juist ja, bij de geit die we een kopje kleiner maakten…

Het vlees was weer redelijk taai, maar erg lekker. Terug met hun typische saus: olie opwarmen, er ui en tomaat aan toevoegen en laten doorkoken.

De volgende dag was het vroeg dag, om 5 uur stonden we op, we moesten namelijk om 9u30 ons busje hebben aan de grens. Om 7u20 zaten we gepakt en gezakt in het busje op weg naar de grens. Eerst nog eventjes de majoor gaan uitzwaaien, dan aan het verbondscentrum Jean-Jaques opgepikt (busje aan de grens is maar om 11uur…). Onderweg ook nog eventjes halt gehouden om snelsnel een laatste souvenirke te kopen en ons van eten te voorzien. Ons laatste 50 congolese frank spendeerden we aan zoutnootjes. Ze verpakken die in A5 blaadjes huis- of strafwerk, we kochten het eigenlijk meer voor dat blaadje dan voor die nooitjes, helaas zijn we het verloren 🙂

Dan de grens in Rwanda, ons terug inschrijven, weer die blaadjes invullen, maar het verliep precies nog allemaal redelijk vlot. Tot er daar plots ene douanebeambte vond dat ze eens haar macht moest tonen, we mochten allemaal één voor één onze zak een openen en de inhoud er van tonen.
We namen afscheid van Rudy, die nog naar de Jamboree gaat, het waren 2 fijne weken met hem, merci Rudy! Net op dat moment kwam het busje aan dat ons naar het centrum van Cyangugu zou brengen, waar de grote bus naar Kigali zou vertrekken. We konden er bij wonder weer al ons bagage insteken, maar praktisch was anders, och ja, een mens zou er aan beginnen wennen.

Eenmaal in het centrum zagen we onze bus staan, jawadde, een grote chieke nieuwe bus, dat zou chill worden!
Maar het zou Afrika niet zijn mocht dit verlopen zijn zoals gepland. Ipv 10 plaatsen (8 + 2 bagage) waren er maar 8 plaatsen voor ons vrijgehouden. Dit zou deze keer echt niet lukken met al die bagage mee. Ze stelden voor om in 2 keer te gaan of om de bagage later te vervoeren. Héhé, mooi niet, we wilden en zouden in één keer mét bagage reizen, aan de busfirma om een oplossing te zoeken.

Die kwam er onder de vorm van een vertrouwd, kleiner busje. We maakten de deal dat ze ons zouden voeren tot aan de deur van het Centre Christus in Kigali, met om de 2 uur een rustpauze, boetes van politie inbegrepen, alles er op en der aan, voor alles samen 100 dollar. Dit was misschien wat veel, maar we wilden gewoon weg, en het leek ons een goeie deel, alles wat we wilden.

Het duurde een tijdje vooraleer we dan definitief vertrokken, er moest nog eerst wat olie en zo bij. Dit was volgens mij pure plantenolie wat ze er bij deden, ik zag de zaadjes nog zitten… Maar er scheelde waarschijnlijk nog wat aan de motor, want het was weer heel de reis uitlaatgassen inademen achteraan de bus, met koppijn en van die toestanden tot gevolg. We stopten zoals afgesproken enkele keren om te pauzeren, dat was ideaal. Plots stopte het busje ergens in een dorpje, ze hadden nieuwe olie nodig. Aan de overkant van de straat zagen we een winkeltje, ons maagje knorde, dus shoppen maar. We kochten 20 driehoeken (sambusas) 10 pannenkoeken (vettig!) en 8 brochetten. Het was wel weer ambetant om die brochetten in het busje voor de ogen van een hele hoop starende Afrikaantjes op te eten, maar koud zouden ze ook niet veel meer waard zijn…

Toen we eindelijk in Kigali aankwamen (het was inmiddels al pikdonker) stopte het busje plots aan een benzinepomp. Ze wilden niet verder rijden tenzij we bijbetaalden. Dat dat niet de afspraak en zo was wilden ze niet weten, ze wilden niet verder rijden tenzij we bij betaalden. Na enige discussie zeiden dat we gingen verhogen met 10 dollar eenmaal ze ons aan het afgesproken adres zouden afzetten. Op slag waren we weer vertrokken. We hadden helemaal geen zin om snachts nog eens in een grote chaos om een busje te zoeken. Toen ze ons hadden afgezet in het centrum gingen we weer in discussie, het ging ons niet om die 10 dollar, maar om ons akkoord dat ze niet respecteerden. Het ging nog redelijk heftig, en zelfs de zuster die ons verwelkomde werd er bij betrokken, dat arm schaap… Uiteindelijk is ie dan vertrokken met 105 dollar, wij niet content, dat was niet den deal…

Enfin, dan ons maar gaan installeren, dit was luxe in vergelijking van waar we kwamen: bedden, lavabo op de kamer, douches en wc’s…

De volgende dag gingen we eens goed uitslapen ze, we hadden het eens echt nodig. Om 8u30 zat iedereen al weer aan het ontbijt… Het was hier echt van voetjes onder tafel steken en eten maar!

De ochtend en middag werd er ferm gespeeld met de bollekes: Igisoro. Iedereen is weg van, we worden er beter en beter in.

Tegen 3 uur was er een busje geregeld die ons Kigali ging tonen. Samen met Olivier, nen Jesuit die onze gids was, reden we door de straten van Kigali. Dit was raar voor ons, dit was niet echt Afrika voor ons, zo westers! We reden door een chieke wijk met golfpistes en de ene kast van een huis naast het andere. Het was wel maar één wijk van van de vele van Kigali, maar toch, veruit de meest moderne stad die we gezien hebben. Na door de wijk te rijden waar alle ministeries gevestigd waren, kwamen we uit bij een herdenkingscentrum van de genocide. We waren aanvankelijk eerst wat terughoudend, wilden we dit wel zien? We wilden Kigali zien, niet een of ander gedenkteken… Maar het bleek een heus museum te zijn, alles van de genocide werd uit de doeken gedaan: ontstaan, verloop, gevolgen enz. Al onze vragen werden beantwoord, en alhoewel het redelijk heavy stuff is, was iedereen achteraf blij dat we het gedaan hadden. Het helpt ons om deze landen en mensen beter te begrijpen.

Op de terugweg deden we nog een winkelcentrum. Hier wilden we snel weer weg, we waren precies in tsjopping! We waren niet op zoek naar pizza’s, ijsjes of merkkledij maar gewoon een simpel traditioneel marktje. Toen zetten ze ons af bij traditionele souvenir kraampjes, hier konden deze die nog wilden hun Igisoro bord aanschaffen.

Oh ja, toen we nog wat flessen water wilden inkopen zagen Simon en Yann in de winkel een reep Côte d’or chocolade liggen. Waarschijnlijk de duurste reep die we ooit zullen gekocht hebben, maar bij iedereen smaakte die reep overheerlijk, we mochten toch ne keer zot doen.

Dan nog eens stoppen bij nen cd-winkel. Nuja, een kraampke met nen computer waar je cd’s kan laten branden. Nen mix van die of die nummerkes, of dingen die je zelf wil? Noprob. Maar ze moeten het wel staan hebben natuurlijk. Zo hadden ze onze kamphit: “Mapepe” -die we hoorden Congo- niet…

Na het avondeten met Olivier kwam Jacques opdagen, de Commissair Nationale au Programme van Rwanda. Hij had vaag al iets gehoord van Rafiki, en wist dat er een groep van plan was om aanvankelijk aan die vredestochten deel te nemen. We besloten om met z’n allen om ergens op café te gaan, het was immers onze laatste avond. We hadden een goeie babbel met Jacques over scouts en internationale toestanden, we hebben er weer een goed contact bij.

Nadat Jacques door moest, werd het van langst om gezelliger met Olivier de Jesuit. Het beeld van stijve, saaie pee bleek helemaal geen waar te zijn, integendeel 🙂

Toen we terug aankwamen op het Centre Christus, kwamen we de 3de delegatie tegen, damm die moesten er nog allemaal aan beginnen! Voor ons liep het op zijn einde. Maar er wilde niemand wisselen, jammer…

De volgende ochtend was het buzzen pakken. Als bij wonder kregen we alles nog gepakt, we konden naar huis.

We waren ruimschoots op tijd op de luchthaven, meer dan 3 uur. Maar toen bleek dat onze vlucht 2 uur later dan gepland ging aanzetten, was 5 uur wachten toch wel héél lang. Nou ja, er was niet veel aan te doen. Dan maar eerst wat rondhangen op den Tax-Free (Zeg nooit “shop like you never did before” aan een loods wanneer hij de takkas in handen heeft…), in de café den tour checken, in de transit de victoriabaars-documentaire checken, nog nen groepsfoto op den tarmac pakken, en dan de vlieger op!

De vluchten verliepen zonder veel problemen, op de vlucht Parijs-Bxl zaten we zelf praktisch alleen op het vliegtuig.

En dan de aankomst, de pappies, mammies en geliefden die stonden de te wachten. Hehe: we zijn thuis, damm: het is gedaan…

Het moet nog allemaal een beetje bezinken denk ik, het moet ons nog doordringen. Maar we hebben fantastische dingen meegemaakt, een ongelofelijke reis die ons nog zeker lang zal bijblijven.
Merci aan iedereen die hier aan meegeholpen heeft, Rafiki- en verbondsmensen, ouders, mensen die ons werk gaven, alle Afrikaanse collega’s en natuurlijk de Loodsen zelf: jullie waren fantastisch, merci.

Maar het stopt niet: verwacht je nog maar aan een heuse Afrika-avond, plannen voor nieuwe projectjes werden gemaakt met lokale scouts, contactgegevens werden doorgespeeld en er zit nog een zeescoutsgroep aan het Tanganika meer op ons te wachten… We zullen zien 🙂

En dan nog dit:

Je kan de avonturen van de andere 2 delegaties hier vinden:

http://bloggen.be/rafiki/

http://www.bloggen.be/rafikizingem/

Mapepe is op youtube te vinden